Vaak richten bedrijven zich op voorraadbeheer vanuit het perspectief van de toeleveringsketen: er moet voldoende voorraad zijn om aan de vraag van klanten te voldoen en interne doelstellingen te behalen. In deze blog kijken we daarentegen naar de financiële kant van voorraad, namelijk de voorraadwaarde. Hoe zou een boekhouder effectief een voorraad beheren?
De voorraadwaarde reflecteert de waarde van onverkochte voorraad aan het einde van de boekhoudperiode, en is een van de manieren waarop de bruto winstgevendheid en financiële positie van een bedrijf kan worden getoond.
De voorraadwaarde verandert na verloop van tijd en neemt normaal gesproken af. Wanneer de vraag daalt en artikelen onverkoopbaar worden, moet de voorraad worden afgeschreven om ruimte te maken voor nieuwe voorraadartikelen. Daarom is het belangrijk om altijd te weten wat de waarde van je bedrijfsvoorraden is.
Voor bedrijven die voorraden aanhouden, bestaat de meerderheid van alle bedrijfsactiva vaak uit voorraadartikelen. Daarom is het belangrijk om te weten hoe de voorraadwaarde de brutowinst en belastingaansprakelijkheid kan beïnvloeden.
Prijsfluctuaties zijn binnen een boekhoudperiode vrijwel niet te voorkomen. Daarom is voorraadwaardering een nuttig referentiepunt voor boekhoudkundige doeleinden.
De voorraadwaarde wordt als een vlottend activum genoteerd op de balans van een bedrijf en is een belangrijke component voor het berekenen van de kosten van verkochte goederen (Cost of Goods Sold, COGS).
Als de voorraadwaarde aan het eind van een boekhoudperiode hoog is, kunnen er minder kosten worden toegerekend aan verkochte goederen – en omgekeerd. De voorraadwaarde heeft om die reden een grote impact op de gerapporteerde winst.
De voorraadwaarde is nodig om de kosten van verkochte goederen te berekenen.
Bij het berekenen van de voorraadwaarde, moet je alle kosten opnemen die zijn gerelateerd aan het verkrijgen en verkoopklaar maken van artikelen. Denk hierbij aan directe arbeids- en materiaalkosten, toegekende overheadkosten en transport- en inklaringskosten. Bij het berekenen van de voorraadwaarde kijk je dus niet naar distributie- of verkoopkosten, maar alleen naar de kosten die zijn gemaakt om artikelen klaar voor verkoop te maken.
Op basis van die gegevens kun je vervolgens de kosten van verkochte goederen berekenen met behulp van de volgende formule:
Beginvoorraad + Inkopen gedurende de periode – Eindvoorraad
De beginvoorraad is de voorraadwaarde die je overneemt van de vorige boekhoudperiode. Dit kan bijvoorbeeld een maand-, kwartaal- of jaarbedrag zijn.
Inkopen gedurende de periode is het totaal van alle inkopen die je gedurende de boekhoudperiode hebt gedaan.
De eindvoorraad is de waarde van de onverkochte voorraad aan het eind van de huidige boekhoudperiode.
Door de kosten van verkochte goederen te berekenen, krijg je meer inzicht in de winstgevendheid gedurende een boekhoudperiode en of je wellicht de prijzen moet aanpassen. Ook kan het duidelijk maken of je bijvoorbeeld de productiekosten moet verlagen.
Voordat je de voorraadwaarde kunt berekenen, moet je weten hoeveel onverkochte voorraad je nog hebt. Vervolgens kun je een van de vier onderstaande waarderingsmethoden gebruiken.
In de FIFO-methode wordt voorraad verkocht op volgorde waarin deze is ontvangen in het magazijn. Met andere woorden, de oudste voorraadartikelen worden als eerst verkocht. Dit betekent dat de kosten van de oudste artikelen worden opgenomen op de balans. Als de prijzen hoog zijn, zorgt dit voor lagere kosten van verkochte goederen en dus een hogere winst en belastingaansprakelijkheid.
In de LIFO-methode wordt juist de nieuwste voorraad als eerst verkocht. De kosten van verkochte goederen worden dus berekend aan de hand van de meest recente voorraadartikelen op de balans. Als de prijzen hoog zijn, zorgt dit voor een lagere winst en belastingaansprakelijkheid.
Belastingtechnisch is dit een aantrekkelijke waarderingsmethode, maar LIFO heeft een hoger risico op onverkoopbare voorraden die afgeschreven of met hoge kortingen verkocht moeten worden.
De gewogen gemiddelde kostenmethode houdt in dat een bedrijf geen rekening houdt met welke artikelen er als eerst worden verkocht, maar een gemiddelde neemt van de kosten van alle voorraadartikelen.
Het berekenen van de gewogen gemiddelde kosten is niet ingewikkeld en is een basisfunctie van de meeste voorraadbeheersystemen. Een ander voordeel is dat de kosten van verkochte goederen niet worden beïnvloed door prijsverhogingen of -fluctuaties, maar worden berekend op basis van de daadwerkelijke kosten van voorraadartikelen.
De specifieke-indicatiemethode wordt minder vaak gebruikt, omdat deze methode vooral geschikt is voor unieke voorraaditems. Specifieke indicatie groepeert artikelen niet, maar gebruikt simpelweg de specifieke kosten van elk voorraadartikel.
Het kiezen van de beste berekening voor voorraadwaarding hangt af van de bedrijfssituatie en -doelstellingen. Ook moet je rekening houden met externe factoren, zoals economische, markt- en toeleveringsomstandigheden.
Factoren om rekening mee te houden:
Hoewel je bedrijfsstrategie kan veranderen als antwoord op marktomstandigheden, is het belangrijk om consistent te blijven bij het gebruik van een waarderingsmethode. Door te vaak van waarderingsmethode te veranderen, worden resultaten onduidelijk en kun je niet meer aan op de juistheid van de voorraadwaarde.